stolberglaan

stolberglaan

Verslag van ronde 9


Het leek deze avond wel een thema-avond. Op veel borden was de vraag: “waar draait het in deze stelling om, om pionwinst of om voorsprong in ontwikkeling?”
Joop probeerde tegen Frank twee ideeën tegelijk uit te voeren. Dat lukte dus niet. Om het vege lijf te redden offerde hij een Loper tegen twee pionnen. Dit was uitstel van executie. Frank drong met twee machtige lopers zijn stelling binnen en daarna kon Joop al snel (en al vroeg) aan de Beerenburg. Elk nadeel hep zun voordeel.
Albert kwam tegen Robbie al snel een stuk achter. Zijn Koning stond ongerocheerd op f8, zijn torens stonden op a8 en h8 te trappelen van ongeduld om in het spel te worden gebracht. Nu leert de praktijk dat zo’n snelle voorsprong vaak tot achteloosheid leidt. Toen Robbie wat al te makkelijk een tweede stuk dacht te winnen, kon Albert via een tussenschaakje het materiële evenwicht herstellen. Positioneel bleef zijn stelling echter een puinhoop en daar maakte Robbie meedogenloos gebruik van.
Henk was ziek geweest, zat onder de medicijnen, had zijn avond niet, en moest tegen Eric. Tegen zo’n opeenstapeling van rampen is geen mens opgewassen. Henk ook niet.
Chiel kwam tegen Patrick een pion voor. De vraag is, als je tegen Patrick speelt, of je daar blij mee moet zijn. Meestal schuilt er dan een lome adder onder het gras die zich behaaglijk in de zon ligt te koesteren en geduldig wacht op het moment dat er prooi langskomt. Zo ook nu. Terwijl Chiel een pion aan het winnen was, zette Patrick zijn stukken op de velden van waaruit ze later hun invloed zouden kunnen gaan uitoefenen. Daarna dreigde Patrick de pion terug te winnen. Chiel verdedigde dit kostbaar kleinood hardnekkig, wat als schaduwkant had dat hij zijn Paarden op velden moest zetten waar hun enige doel nog was het verdedigen van het pionnetje. En Patrick maar opbouwen en ontwikkelen. Jullie voelen het al aankomen: dat liep slecht af voor Chiel.
De spectaculairste partij van de avond was die tussen Emile en Steffen. Het begon Italiaans, maar werd al snel ratatouille. Hun beider motto was kennelijk: “De aanval is de beste verdediging.” Emiel ging voor mat, Steffen pakte de ene pion na de andere. De kansen keerden per keer dat je langskwam. Dan leek Steffen gewonnen te staan, dan weer Emile. Maar steeds wist de een of de ander weer een zet te bedenken waardoor de nederlaag van de ander of de een werd uitgesteld. Het eindigde er mee dat Emile alleen nog een Koning op a2 had en Steffen een King op c4 en een randpion
op a3. Potremise dus. Een afknapper eigenlijk, na al dat vuurwerk. En zo ging het dan ook niet. Steffen had 5 min 38 op zijn klok. Emiel had nog 1 seconde en claimde remise op grond van het feit dat voor de derde keer dezelfde stelling op het bord was gekomen. Omdat niet elke zet juist was genoteerd, was het nog een heel gedoe om met stelligheid te kunnen constateren dat de cruciale stelling pas voor de tweede keer was bereikt. Intussen waren de gemoederen zo hoog opgelopen, dat er niet verder werd gespeeld. Voorlopig beschouw ik de partij maar als afgebroken (in beide betekenissen van het woord).

Jan R.